Sloopaannemers zijn essentieel in de circulaire economie. Zij ontmantelen en demonteren gebouwen en de vrijgekomen materialen zijn te gebruiken voor nieuwe gebouwen. Met de komst van de recyclingfabriek PolyStyreneLoop hebben sloopaannemers nu ook een adres voor het vrijgekomen EPS-isolatiemateriaal. We bespreken de ontwikkelingen rond circulair slopen met Arjan Hol, secretaris van VERAS, branchevereniging voor sloopaannemers en asbestverwijderingsbedrijven.
De circulaire economie is volgens Hol een ‘hot topic’ onder sloopbedrijven. “Het slopen van tegenwoordig is het ontmantelen en demonteren van een gebouw op zoek naar materialen die hergebruikt kunnen worden.” Dat dat nog niet altijd even makkelijk is, komt doordat slopers werken met gebouwen, constructies en materialen die tien tot dertig jaar geleden bedacht en ontwikkeld zijn. “Toen hoorde je nog niemand over circulariteit.” Toch lukt het sloopbedrijven om het overgrote deel van de sloopmaterialen te (laten) recyclen. Maar er moet meer, het moet circulair.
Dat de circulaire economie zo actueel is bij veel sloopbedrijven, komt omdat zij hun belang in de keten zien toenemen. “Deze sloopaannemers zien zichzelf als de schakel tussen oude en nieuwe gebouwen. Ze hebben de sleutel tot een zeer gewilde materiaalvoorraad. De behoefte aan circulaire materialen uit de sloop zal alleen maar toenemen”, voorspelt Hol. Is de transitie naar een circulaire economie al gelukt? “Nee”, zegt Hol, “we zijn er nog niet.” Naast de vele mooie initiatieven en samenwerkingen, moet er nog een hele slag gemaakt worden. Dat vereist samenwerking tussen architecten, bouwers, bouwmaterialen-producenten, gebouweigenaren en sloopaannemers.
Veel sloopmateriaal kan tegenwoordig worden hergebruikt, maar tot voor kort gold dit niet voor EPS dat vóór 2016 is toegepast. Met de recyclingfabriek PolyStreneLoop komt daar verandering in. “We waren in Nederland al kampioen recyclen, maar isolatiemateriaal bleef altijd een ingewikkeld verhaal”, zegt Hol. Hij noemt PolyStreneLoop daarom een ‘prachtig initiatief’. Al helemaal omdat PolyStreneLoop de sloopbranche als belangrijke leverancier van EPS ziet. “Dat is natuurlijk top.”
Dat het nu technisch mogelijk is om EPS te recyclen is natuurlijk mooi. Maar eerlijk is eerlijk: wat zijn de kosten? Wat volgens Hol nodig is, is een goede business case. Hij stelt dat de kosten en baten over de hele keten eerlijk moet worden verdeeld: van opdrachtgever tot afnemer. De toegevoegde waarde die de sloopaannemer moet leveren om bijvoorbeeld EPS circulair te houden moet in de business case zitten. Ook de overheid kan daarbij helpen met wetgeving, weet Hol. “Vanaf de jaren zeventig heeft overheidsbeleid en regelgeving ook geleid tot de successen op het gebied van de recycling van afval. In de jaren daarna is het ook economisch aantrekkelijk geworden om duurzamer te slopen. Dat moet nu weer gebeuren.” Het zou volgens Hol verdienstelijk moeten zijn om circulair en duurzaam te ondernemen. “Pas dan werkt het.”
Hol roept de sector op tot samenwerking. “Er is een beperkt aantal EPS-producenten in Nederland, dus zoek elkaar op en probeer samen een robuuste structuur neer te zetten.” Logistiek speelt hierbij een cruciale rol. Hoe krijg je EPS uit sloopprojecten zo snel en goedkoop mogelijk in de fabriek? Hol pleit voor het scheppen van duidelijke voorwaarden. “Als opdrachtgevers en afnemers in de sloopbranche van te voren weten waar ze aan toe zijn, scheelt dat een hoop.” Tot slot is het belangrijk om met de sloopsector te blijven praten. Vertel je verhaal.